De drie TNL leerwegen

Met behulp van de serie dolle drietjes kunt u beter rekening houden met verschillen tussen de leerlingen. U kunt een indruk krijgen van het materiaal van de dolle drietjes op de pagina van het pakket dolle drietjes.

Uitgebreide informatie over de dolle drietjes kunt u gratis downloaden. Ga daarvoor naar deze pagina.

Hieronder vindt u de uitleg van het schema van de Drie TNL leerwegen. U ziet het schema onderaan deze pagina.

  1. Links ziet u de leesdelenweg die sinds 1990 bestaat. Drie onderzoeken laten zien dat deze leerweg ‘evidence supported’ is. Hij is bedoeld voor leerlingen met dyslexie die de hoge beheersingsnorm van eind leesdeel 2 halen. Voor leerlingen met een sterke neiging tot radend lezen, blijft deze weg noodzakelijk tenzij de tendens tot radend lezen is afgeleerd aan het einde van leesdeel 6. De eerste 6 leesdelen bestaan uit teksten met woorden van twee klanken zoals de en zee.
  2. Als de hoge beheersingsnorm van eind leesdeel 6 wordt gehaald en er geen gevaar meer bestaat voor radend lezen, kunt u met de leerling afslaan naar de Verkorte Leesdelenweg. In het schema kunt u zien dat de leerling dan na elkaar de dolle drietjes 3, 4 en 5 doorloopt. Dezelfde typen woorden als op de leesdelenweg worden behandeld, maar minder uitvoerig. De leerling behaalt dan ook een wat lager eindniveau dan op de leesdelenweg. Behalve korter is deze leerweg goed voor het leesbegrip en de motivatie. Dat komt vooral door het gekleurde stripverhaal onderaan de bladzijde dat het verhaaltje nog eens in beeld vertelt. De oefeningen in woordlezen in de dolle drietjes zijn daarnaast essentieel voor het behalen van een goed eindniveau.
  3. Rechts in het schema ziet u de dolle drietjesweg. Die is bestemd voor de allerzwakste dyslectici. Dat zijn leerlingen die aan het einde van leesdeel 2 de hoge beheersingsnorm niet halen. Zij hebben een behandeling op maat nodig en extra oefening op een niet te hoog niveau. Dat is mogelijk door de dolle drietjesweg te volgen. Zoals u kunt zien in het schema sluiten de vijf dolle drietjes en de leesdelen op elkaar aan. Die aansluiting is heel precies. Zo worden de tweetekenklanken, zoals ij en oe, terdege voorbereid in de dolle drietjes. Vervolgens leest de leerling die in de leesdelen in teksten met woorden van twee klanken zoals hij en koe. Direct daarna worden tweetekenklanken in langere woorden in de dolle drietjes geoefend zoals kijk en zoek. Het basispakket en de dolle drietjes samen maken drie leerwegen mogelijk voor verschillende vormen van dyslexie. Praktijkervaringen laten echter zien dat de overgangen van leesdelen naar dolle drietjes soms problemen geven. In dat geval behandelt u eerst de eerste 6 leesdelen en daarna de dolle drietjes 1, 2, 3, 4 en 5. Ook kunt u de dolle drietjes later inzetten.

Toch Nog Leren Lezen - de Drie Leerwegen