Passend onderwijs en TNL

Een belangrijke doelstelling van Passend onderwijs is om leerlingen zoveel mogelijk binnen hun eigen school te helpen.

Dat blijkt ook vaak mogelijk bij (zeer ernstige) dyslexie met de methode TNL. Als men alles heeft gedaan om de leerling met dyslexie te helpen, worden gewoonlijk vergoede zorg en Speciaal (Basis)Onderwijs overwogen om de leerling zo goed mogelijk verder te helpen. Maar vaak kan TNL vroegtijdig worden ingezet zodat de leerling binnen de eigen school geholpen kan worden.

De redenen daarvoor zijn:

  1. Ten eerste dat TNL wellicht de best en meest succesvol op effect onderzochte methode voor remedial teaching in Nederland is voor leerlingen met (zeer) ernstige dyslexie. U kunt dat nalezen op de pagina artikelen. De leerling met (zeer) ernstige dyslexie heeft in het algemeen meer kans goed geholpen te worden met TNL dan met de gebruikelijke methoden die de leeshandeling centraal stellen. Dat blijkt ook in de praktijk doordat TNL met succes leerlingen helpt die soms op een instituut voor vergoede zorg onvoldoende lezen hebben geleerd.
  2. TNL kan, ten tweede, gegeven worden door een leesouder onder begeleiding van een leerkracht, intern begeleider of logopedist die zich in TNL hebben verdiept. In twee van de drie effect onderzoeken is die werkwijze met succes toegepast.

Het belangrijkste dat ouders van ‘Passend onderwijs’ verwachten, zo blijkt uit onderzoek, is heldere, transparante en toegankelijke informatie bij de hulp voor hun kind.
Dat kan bij TNL op twee manieren:

  1. Ten eerste staan in de dertien leesdeeltjes in het midden en aan het einde toetsen waarvan de scores in een grafiek kunnen worden gezet. En wel zo, dat het de leerling en zijn ouders snel duidelijk is hoe de remedial teaching verloopt ten opzichte van het te bereiken doel.
  2. En ten tweede kan men de ouders uitleggen waarom de eerste zes delen van TNL uit tekstjes bestaan met woorden van maar twee klanken. Zo kunnen woorden niet spellend gelezen worden. Dus niet aa p, aap. Maar aaaap, zonder het woord daarna te herhalen. Verder zijn woorden van twee klanken de meest voorkomende woorden, zoals de en ik; maar het zijn ook de meest verwisselbare woorden zoals een en nee, en zie en zei. Zo leert de leerling, ook door de kleine, voorzichtige stapjes in de leesdelen, heel nauwkeurig lezen waardoor hij weer zelfvertrouwen krijgt. Spellend en radend lezen worden zo in de kiem gesmoord. Ouders begrijpen dit meestal heel goed.

TNL past vaak prima binnen de contouren van passend onderwijs.